Intro Photo

Met glans en Gloria door de sluis

01.06.2023

Het natte driehoek - dat is een soort T-kruising op de plek waar het Middellandkanaal (MLK) begint, namelijk bij kilometer 108 van het Dortmund-Eems-Kanaal (DEK). Hier vindt je een bunkerstation, een binnenvaartwinkel en kun je ook een ijsje kopen.

Gelukkig, want op de dag dat wij weer diesel moeten bunkeren is het erg warm.

Vanuit het kruispunt MLK-DEK kun je naar het zuiden en kom je ergens op de Rijn. Maar je kunt ook verder naar het noorden. Dan kom je uiteindelijk uit bij de Eemsmonding. Van tevoren moet je met een verval van in totaal zo'n 70 m over een afstand van circa 102 km naar beneden varen. Dit kan door te sluizen... - sluizen, sluizen, sluizen. Voor ons liggen daarvan 12 stuks.

Zoals jullie weten ben ik onderweg met Gloria. Zij heft nu drie dagen ervaring opgedaan in de binnenvaart. Zij was erg gespannen, want zij wist niet of zij dat kan met al de sluizen. De eerste sluis bij Bevergern heeft meteen een hoogteverschil van meer dan 8 m en het gaat naar beneden. Door een belletje bij de verantwoordelijke verkeerspost gister, kwamen wij daarachter dat de sluis over 8 m circa een half uurtje doet. Dat stelt mij gerust, want wij kunnen ook sneller. Maar het geeft mijn spliksplinternieuwe matroos kans en tijd om te wennen.

Drie dagen hadden wij de tijd om alles door te spreken. In de spring varen, vingers er niet tussen, afmeren, tros goeien en afmeren met een pikhaak... In theorie hebben wij alles 10 keer aan een modelletje besproken, maar hoe dat praktisch gaat bleef voor Gloria, tot op het moment dat wij zelf de sluis in mochten een raadsel. Na dag drie op het water geeft zij aan dat ze er klaar voor is.

Omdat er nog wat computerafspraken voor de middag op ons lijstje staan, vertrekken wij vroeg. Wij willen door de sluis en daarachter afmeren, ontbijten, koffie doen en onze termijnen regelen. 

De aanvaart van de sluis is al spannend. Er komt een binnenvaartschip uit en eentje gaat erin, maar natuurlijk niet zomaar: De wachtsteiger voor de pleziervaart is een kleine drijvende steiger voor jachtjes. Hier wachten al twee bootjes.

Wat het afmeren bij de  de binnenvaart betreft, moeten wij afscheid nemen van de oh-zo-leuke eindeloze damwanden van het MLK. Want hier staan weer dukdalven, afstand 30 m. Dat is net te ver uit elkaar voor de Antilope; zeker met een gestreken mast, een beetje stroom van achter en in een vrij kleine wachtkom, die vol zit met twee beladen binnenvaartschepen.

Ik meldt even dat ik niet vast kan maken tot ik aan de beurt ben en omdat er ook nog sprake is van smal vaarwater, moet alles heel erg langzaam. Maar het lukt. Zwaarden naar beneden en een beetje bijsturen... Dat was een kleinere moeite dan afmeren.

Als wij eindelijk achter een binnenvaarder in de sluis liggen, vindt Nomi dat het leuk eigenlijk een leuk idee is om af te stappen. Net op het juiste moment kan ik haar naar binnen zetten. Oké. Nu kunnen wij!

Alles lukt en wij komen veilig in het benedenwater uit. Gelukkig hebben sluiswachter en binnenvaart heel goed meegewerkt. Maar afmeren wil de volgende 6 km nog steeds niet lukken. De twee volgende sluizen liggen hier.

Wij moeten in konvooi mee: de binnenvaarder, wij en twee jachten. Geen sprake voor een afmeergelegenheid voor ons. Alle bolders zijn zo 'n 3 m weg van de waterkant en liggen 60 m uit elkaar. Ik vindt ons met twee personen even te weinig om Gloria van bord af te laten springen... Wij moeten dus mee.

Bij de tweede sluis, in Rodde is het even schrikken. Wij meren af, zoals in de eerste sluis. Alles loopt soepel. Maar als het naar beneden gaat moet Gloria plotseling vaststellen dat er geen bolders meer in de muur zitten. Ik loop even op en neer. Gelukkig is het hoogteverschil maar 3,8 m en het gaat langzaam. Ook dit schrikmoment laten wij voorbij gaan. 

Ondertussen is het middag en nog steeds geen zicht op een plekje voor ons om af te meren. Ons boek met informatie over het vaarwater dat ons tot nu toe over de Wezer en het MLK heeft geloodsd, klopt niet (meer) voor het DEK. Oude rivierarmen zijn er niet, de vaarwaters naar een oude sluisgeneratie waar je af kunt meren met een sportboot zijn te klein of ondertussen te ondiep. Mijn klanten moeten wachten. Wij hebben trek en zin in koffie. Sluis na sluis moeten wij doorzetten.

Als wij voor sluis drie, Altenrheine, bij de pleziervaart proberen te stoppen, lopen wij op de zwaarden aan de grond. Gelukkig zijn wij hier niet in de haven gevaren. Te ondiep, niet kunnen keren en wind en stroming doen voor de sluizen maar wat wils. Ik trek ons weer uit de modder. Wij gaan een stuk terug. Want voor de sluis still liggen en wachten, daarvoor staat te veel wind en de stroming loopt dwars. Het is 14:00u en wij willen maar een ontbijt.

Wij varen een stukje terug en laten de diensthebbende sluiswachter weten wat wij doen en dat wij in de volgende ronde graag mee willen sluizen. Omkeren op een krap kanaaltje. En met de stroom van 0,5 tot 1,0 knoop richting sluis. De sluiswachter heeft 2 km de tijd om de sluis voor ons klaar te zetten. 

Plotseling fietst een meneer met een e-bike op het jachtpad. Hij roept iets. Wat er aan de hand is. Waarom wij niet afmeren. Ik zeg "Wat is het DEK zo überhaupt niet gastvrij tegen ons!". Hij is de sluiswachter van de riviercentrale Bevergern, hoofd van de slusiwachters en hij snapt ons probleem niet. Ik roep ' wij willen ontbijten en een koffie doen'. Ondertussen ist het 14:45u. Eigenlijk willen wij gemoedelijk door het DEK.

Hij stopt af, pakt een touwtje aan en zet de lus op een bolder aan de wal. Om er nu nog een voorlijn op een bolder te krijgen, moet ik het achtertros helemaal uitvieren. Ook de voorlijn staat met scheepslengte op zijn max. Zo heb ik nog nooit vast gemaakt, maar dat kan natuurlijk; de lijnen 60 m uit elkaar.

Hij dacht hij moet eens komen kijken: "Twee dames op zo een schip, de stem aan de marifoon - in tegenoverstelling tot al de moderne vrachtvaartmarifoon's - glashelder, hoewel er sprake is van een historisch vrachtschip... En dan dicteren zij ook nog dat zij voor de sluis niet kunnen vastmaken." Een glimlach gaat over zijn gezicht. Ik zei: "Op het Finowkanaal is het gastvrijer, ook al kunnen wij daar niet afmeren." Dan gaat ook een glimlach over mijn gezicht. 

Dit geeft aanleiding tot een prettig gesprek. Omdat alle sluizen van afstand worden bedient, vragen wij ons even af of hij met zijn e-bike de afstandsbediening in zijn broekzak heeft. Dat zal wel de moderne manier van sluiswachter zijn, op een e-bike komt hij met de afstandsbediening persoonlijk langs op het jachtpad... Hij is natuurlijk nu vrij en zijn collega aan het werk. Het raakt hem dat wij het DEK als niet-gastvrij ervaren en doet zijn best om even mee te denken waar wij vanavond kunnen vastmaken. Hij is trots op zijn 120 jaar oud kanaaltje. Wij zijn er een beetje klaar mee. Het kanaal is wel herlijk groen, de bomen oud, de (vaar)mentaliteit net iets anders dan op het Middellandkanaal, het vaarwater smal, zoals het hoort op een historisch vaarwater...

Op de eerste dag blijft onze vriendschap met het DEK oppervlakkig. Afmeren voor en schip van ons formaat - als niet toevallig de sluiswachter langskomt - bijna onmogelijk!

Wij varen nog door twee sluizen. De sluiswachter, Markus, zwaait ons uit. Hij hoopt dat wij snel een andere indruk krijgen van het DEK.

Bij de laatste sluis klingt de stem bijna vrolijk uit de marifoon: "Voor jullie staat de sluis op groen!"

Op onze slaapplek, een stuk spliksplinternieuwe damwand met moderne bolders is er een restaurant op loopafstand. Het is nog open. Wij zijn de enige gasten en vermoeden dat Markus ook hier een belletje heeft gedaan, zodat wij vanavond niet hoeven koken.

Dat had Gloria ook niet gedacht, dat zij meteen op haar eerste dag 4 keer gaat sluizen.