De Friese zak
15.06.2023Ik heb hem vaker genoemd, maar nooit uitgelegd. En als je niet toevallig platbodemzeiler bent en een goede instructeur had, kun je niet weten wat dit is! De Friese zak: ontwikkeld tijdens de periode van de zeilende vrachtvaart, blijkbaar uitgevonden door het Friese volk, ofwel in Friesland - mede om de eenvoudige logica dat ook een half zeil zeilt...
Waarom zal je dit willen?
Omdat een niet-gemotoriseerde platbodem door de toepassing van dit tuig eenvoudig en met weinig mankracht bestuurbaar en te bedienen is.
De bakstagen worden aan weerszijden losgemaakt. Kraanlijn en grootschoot nemen de taak van de bakstagen over doordat ze strak worden gespannen, terwijl de giek een stukje hoger dan normaal omhoog wordt gehesen, maar in het midden van het schip zal blijven. Het grootzeil wordt omhoog getrokken, op de hoogte van ergens tussen de helft en driekwart van de gewone hijshoogte. Hierdoor ontstaat een zak in de onderste helft van het zeil en een gaffel die eenvoudig van stuurbord naar bakbord en terug kan gijpen. De gaffel kan bij voorkeur vrij bewegen en blijft tijdens een gijp niet hangen in de kraanlijn. Wil je het netjes doen, kun je er een of twee reven in het grootzeil knopen. Maar het werkt ook zonder...
Je kunt de halshoek van het grootzeil door middel van een kat een stukje omhoog trekken. De fok doet hier verder niet zo veel aan toe. Die kan gewoon worden gehesen en op een voor-de-wind-koers worden getrimd. Normaliter gijpt de fok op een platbodem vanzelf.
Ooit heb ik geleerd dat je de Friese zak of het Fries' tuig kunt toepassen voor de wind, als je bij voorbeeld door een geulen of kanaal vaart, die wat bochtjes maakt. Daardoor zal het grootzeil gecontroleerd gijpen.
Maar omdat ik mijn schip zelf vaak met een kleine bemanning vaar, heb ik als snel meer voordelen van het varen met het Fries' tuig ontdekt: Trek je het grootzeil eerst een klein stukje omhoog, kun je prima tot een kleine windkracht van 3 Bft de anker ophalen. Zodra de anker los is, ga je op een ruime-wind-koers of een voor-wind-koers. Terwijl je daarmee bezig bent, kan het zeil een stukje hoger worden gehesen.
Staat er wat meer wind en je moet met achterlijke wind door, brengt de Friese zak snel stabiliteit en bovendien snelheid in het schip. Daardoor wordt het schip eenvoudig bestuurbaar. Je hebt hiervoor weinig mankracht nodig. Hijssen is mogelijk, terwijl het grootzeil gijpt.
Je kunt de gewenste snelheid afhankelijk van de hijshoogte van het schip aanpassen. Je hoeft niet de hele tijd alert te zijn dat je geen klapgijp maakt. Voor een korte tijd is zeilen ook ruim- en halfwinds mogelijk, mits de fok een beetje naar binnen wordt gehaald.
Met maar weinig inzet, kun je vanuit hier ook korte rakken aan de wind varen. Hiervoor moet je even de fok trimmen, de bakstag zetten, de hals aan en het grootzeil ietsje omhoog trekken. Het zwaard niet vergeten! De correcties zijn snel uitgevoerd en vragen geen eindeloos inzet van spierkracht, alleen een beetje coördinatie.
Met oostelijke wind, zoals deze week hebben wij bijna de hele tijd de Friese zak gehesen en toeren lekker over het Wad. Ook op de Greifswalder Bodden waren wij met het Fries' tuig onderweg. Je kunt bijna zeggen het is de autopiloot van een historische platbodem. Je moet nog steeds opletten en sturen, maar je kunt er wel heelrijk bij kletsen.
Enige nadeel: als het regent, heb je snel zo' n 100 liter water in het zeil staan.