Verloren glorie op het Elbe-Havel-Kanal
24.09.2022Het Elbe-Havel-Kanal is tegenwoordige de snelste verbinding tussen Berlin en het Westduitse waterwegennet. Het kanaal is 56 km lang en verbindt de Elbe met de Havel. De geschiedenis gaat terug tot in de 18de eeuw. Echter is het kanaal zoals het tegenwoordig bestaat pas na de eenwording afgebouwd. In onze kaart wordt het vaarwater weinig enthousiast, ja, bijna verdrietig omschreven. Waarom begrijpen wij niet.
Op het moment dat wij de sluis Hohenwarthe achter ons laten en 19,5 m onder het waterniveau van het Middellandkanaal verder varen, zijn plotseling de vogels terug. Roofvogels, ganzen, reigers... de bomen, het bos, de struiken en het riet zitten er vol van. Alles is groen. Zo veel verschillende tinten groen hebben wij lang niet gezien... - nou, misschien op de Wezer en het Mittellandkanal - ... maar zeker niet voor ons vertrek. En alles groen spiegelt op het wateroppervlak.
Meza ervaart het landschap als zeer ruim, omdat zij dit helemaal niet kent. Het ruikt naar herfst en bospaddestoelen.
Her en der zien wij oude industriestandpunten en geklonken spoorbruggen die vervallen. Getuigen die verhalen vertellen van een ooit bruisende industrie. Grote silo's van metselwerk aan de wal met kapotte ramen. Ruïnes uit een land en een tijd die niet meer bestaat.
Aan het einde van het kanaal komen wij in een kleine sluis bij Wusterwitz. Het is een van de eerste sluizen waar een sluiswachter uit zijn huisje komt en die niet van afstand wordt bedient. De eerste sluis die gemetseld is en niet van beton. Het gaat slappe 2,6 m naar beneden.
De sluiswachter ziet een schip met vier vrouwen. Gewapend voor onze dans met pikhaak en trossen staan wij klaar voor een spoedige val.
De meneer kijkt twijfelend naar ons: "Waar is de skipper... - eh de stripper... - ik bedoel..." Er volgt een kleine pauze. Hij kijkt.
"Weten jullie wat jullie doen?" vraagt hij met opgetrokken wenkbrauwen.
Wij kijken naar elkaar. "Wat bedoelt u meneer?"
"Nou, ik ga sluizen. Als het te snel gaat roepen jullie maar!"
Wij roepen natuurlijk niet!
Wij sluizen zachtjes naar beneden. twee keer trossen omzetten en dat was het. Nog drie kilometer en wij komen uit op een van de eerste meertjes van de Havel. Hier goeien wij het anker buiten de geulen. Het lampje gaat aan en de rust staat ons nogmaals een hele diepe slaap toe.