Getijdenrivier Eems
07.09.2022Met de kentering komen wij af van het Eemswad om over de Oude Eems naar Delfzijl te gaan. Oorspronkelijk zou Eemshaven de plek zijn voor de overnachting, maar de noodsteiger mag alleen gebruikt worden als je in nood bent. Gelukkig zijn wij dit niet. Helaas stuurt de havendienst ons verder.
Het water blijft nog twee uur lang opkomen. Zo kunnen wij met de vloedgolf nog even door naar Delfzijl. Vòòr Leer is dit de laatste stop van traject 1. De Eems is spiegelglad en vriendelijk vanavond. Nog drie bruinvissen tonen hun vinnen en verdwijnen richting zee. Wij blijven buiten de geulen zodat de zeegaande schepen en drijvende voertuigen hun werk kunnen blijven uitvoeren.
Voordat het donker is vinden wij plek in de haven tussen zeeschepen, binnenvaartschepen en jachten. Al weer gelukkig liggen wij direct bij een bunkerstation zodat wij de tank vol kunnen maken voor traject 2.
De volgende dag staat volop in het teken van de getijdenrivier. De Eems stroomt ongestuwd vanuit de Sluis Herbrum in Duitsland tot naar de Eems- en Dollardmonding, die tussen Rottum en Borkum de Noordzee in gaat. De ebstroom kan 2-3 knopen snel stromen, de vloedstroom kan oplopen tot 4 knopen.
Wij berekenen de route die wij willen varen. Van Delfzijl naar Leer zijn het circa 26 mijlen. Wij rekenen met een snelheid van gemiddeld 5 knopen op eigen motorkracht. Om de motor te ondersteunen wil ik de haven verlaten met laagwater om vervolgens weer met de vloedgolf de rivier omhoog te gaan. Graag wil ik mijn bemanning betrekken bij de overwegingen. De sluis in Leer draait voor het laatst om 17:30u. Uit de kaart halen wij gezamenlijk dat het oorspronkelijk berekende vertrek om 13:00u niet vroeg genoeg zal zijn om de sluis op tijd te halen.
Ik vertrouw op de vloedstroom, maar kan de rest van de bemanning niet overtuigen. Wij vertrekken een uur voor laagwater.
Als jullie nu denken dat "een uur voor hoogwater" alleen maar een uurtje is, dan moet ik jullie teleurstellen! Dat ene uurtje wordt wel konstant minder, maar heel langzaam want laagwater in oostelijke richting is later en wij varen nog een hele tijd tegen de stroom in.
De motor draait bijna op volle kracht en bereikt nauwelijks 4,5 knopen. Het water staat heel laag. Ik probeer zo veel mogelijk buiten het hoofdvaarwater te varen. Wij hebben een diepgang van 80 cm. Wij moeten dus in ondiep water minder tegenstroom hebben. Wij blijven motoren.
Inderdaad zijn wij het enige schip dat tegen de stroom in vaart. Enkel een klein vissersboot vist de ebstroom af voor de havenmonding van Emden. Wachten op de vloedgolf voor anker zal ons in de geul zetten. De zandbanken aan stuurbord en bakboord liggen droog. Daar komen wij dus niet. Minder gas dan maar en hopen dat de vloedgolf ons voorbij loopt...
Hoewel wij op een ongunstig tijdstip zijn vertrokken, kan ik mij verbazen over het mooie landschap van de getijdenrivier. Als je hier met opkomend water vaart, kun je niet zien hoe droog de rivier echt valt. Ook hier komen nog zeehonden en de ganzen beginnen op zandbanken kleine groepen te vormen voor hun winterse reis.
Oude kleine haventjes en rivierarmen tuigen van oude industrie. Wij passeren een historisch pannenbakkerij en ontdekken een afgezonken kaan in de modder van een bocht.
Geleidelijk gaat onze snelheid omhoog van 3,5 naar 7,2 knopen. De motor draait onveranderd verder. Ik ben blij dat wij eindlijk snelheid hebben en wij de sluis nog kunnen halen. Immers loopt een schip met opkomend tij op dat zamen met ons door de sluis moet...
De snelheid van de vloedgolf is ongelofelijk! Wij tikken de 8,6 knopen aan en meren af om 18:00u in de Museumhaven Leer.
De foto's van de Antilope op de Eems zijn gemaakt door Seba.