Intro Photo

Dames Riviercruise op de Wezer

17.09.2022

De Wezer is een van de kleinste natuurlijke rivieren in Midden-Europa. De rivier is in de oude rivierarmen gestuwd door een veeltal stuwen die omvaren kunnen worden in sluiskanalen. Het bijzondere aan deze stuwen is dat het tegelijkertijd waterkrachtcentrales zijn.

Na ons tankavontuur in de laatste jachthaven hebben wij tijd verloren. De als dagdoel gekozen rivierkilometer 296 is niet meer te halen. Hoewel de Wezer tussen de kribben kleine bochtjes met zandstranden heeft, durfen wij hier niet op te varen omdat de rivier vrij smal is. Een binnenvaartschip dat s'nachts passeert zal en schip als het onze hier niet verwachten. Wij durfen een droogvaltocht op de zeer late middag in onbekend vaarwater niet aan.

Wij varen dus zo ver mogelijk verder, maar de eerste mogelijkheid voor een overnachting is pas de sluis Langwedel bij rivierkilometer 340. Getankt hebben wij bij kilometer 360. Wij rekenen bij een snelheid van 5 knopen met een vaartijd van 2 uur. Echter wij hebben tegenwind en tegenstroom. De Jachthavens zijn voor ons te klein. Wij moeten dus doorzetten, maar de dagen worden rond deze tijd van het jaar snel korter. Wij hebben geen andere mogelijkheid dan de schemer in te varen. De navigatieverlichting doet en een goede zaklamp hebben wij.

Nog voor het donker wordt komt ons een binnenvaartschip tegen met aan stuurboordzijde een flikkerlicht. Het schip geeft aan dat het ons aan stuurboordzijde wil passeren. Hij is zo vol geladen dat hij niet de binnenbocht van de rivier wil nemen, waar het ondieper is. Ons maakt de ondiepte gelukkig niets uit.

Af en toe zet een eerste herfstbui in. Soms lijkt het als of de regen net niet bij de rivier komt en wij alleen maar de wind van de bui te pakken krijgen. Dit speel gaat de volgende dagen zo door. Meestal varen wij precies voor, naast of achter een bui.

Het wordt donkerder. Wij moeten langsamer varen omdat wij niet goed kunnen zien. Maar goed afmeren kan ook niet. Wij moeten door. Wij passeren Baden zuidelijk. De lampjes van de stad tegen een heuvel aan geven oriëntatie maar geen zicht. Wij hopen dat het sluiskanaal verlicht is. Uit de kaart halen wij dat het 8 km lang is. 

Op eens zien wij de sluis in de verte. Daar is wel licht. Maar het sluiskanaal is donker. Ondertussen zien wij een paar sterren. De maan lijkt vanavond achter een dikke wolk te zitten. Gelukkig is het water vanavond zo glad dat het een zilveren oppervlak heeft. Zo is de afstand naar de oever prima in te schatten en houden wij het midden van het vaarwater aan. Er is geen tegenvaart. Met 1,5 knopen naderen wij de sluis. Nog onder twee bruggen door. Hier ligt een werkschip met een lampje. Na enige tijd merken wij dat wij toch best veel zien. Allen de steiger voor de sportboten zit heel dicht bij de sluis. Omdat het de eerste sluis op de Middenwezer is, kunnen wij nog niet inschatten of wij daar met ons sportboot kunnen afmeren.

Voor de helft van mijn bemanning is dit de eerste dag die meteen heel spannend is. De dames zitten op het voordek en genieten van de vallende-sterren-tocht en de stilte van de nacht. Om 22:00u meren wij af. Wat een avontuur. De stijger voor sportboten is gelukkig wel geschickt voor ons. Wij slapen lang en nemen de schutting van 10:00u om door te varen op de Wezer.

De rivier is zo romantisch als het in ons boek beschreven staat. Kleine dorpjes wisselen af mit veel natuur, wijlanden, bos en een rijke vogelwereld. De eerste bladeren vallen van de bomen aan dek. De ganzen verzamelen voor hun reis naar het Zuiden. Opvallend veel witte reigers begeleiden ons een stuk.

De laatste nacht op de Wezer ankeren wij in een van de oude rivierarmen boven een stuw. Herfstwind, regen en de geluiden van de ganzen schommelen ons in slaap en maken ons de volgende ochtend weer wakker.

Op het tijdstip van vertrek is de regen verder getrokken.

Dichter bij de natuur kan bijna niet. Waren de ganzen en de wind niet geweest was het zo stil geweest als op het Wad.